Keywords zijn vooral belangrijk in je LinkedIn-profiel, maar het is ook goed om ze te verwerken in je lopende content, dus in je posts. Het zijn woorden of woordcombinaties waar LinkedIn-gebruikers naar zoeken, en waar je dus op kan gevonden worden via de zoekfunctie.
Waarom + best practices
- In je posts kan je keywords toevoegen als losse woorden of als hashtags. Best practices:
- Plaats 3 à 10 hashtags bij elke post, liefst onderaan de tekst. Houdt daarbij vooral rekening met relevantie. Stel dat je LinkedIn trainer en coach bent, schrijf dan bv. #storytelling, #marketing en #socialmediatips bij een post met tips over storytelling, en niet #linkedincoach, #linkedintrainer en #socialmediamanager. Deze keywords zijn immers niet relevant voor de inhoud van deze post en kan je beter verwerken in de tekst. Je kan dan bv. op het einde van je post te schrijven ‘Ik ben … en ik ben LinkedIn coach voor … Ik help …’
- Hashtags in opmerkingen hebben geen nut op het bereik of de betrokkenheid. Plaats dus geen hashtags in de comments. Op Instagram werkt dit trouwens wel.
- Overdrijf niet in het aantal keywords en zeker niet in het herhalen van keywords, want dat komt spammy over. Er is geen echte regel voor het aantal keywords dat je best verwerkt in de tekst bij je posts.
Welke woorden zijn bruikbaar?
Nu, anders dan voor hashtags op Instagram, biedt LinkedIn geen inzage in zoekvolume. Hoe weet je dan welke termen keywords zijn?
- LinkedIn-gebruikers zoeken vooral naar specifieke functies, maar ook skills, industrieën en interesses weleens worden opgezocht via de zoekfunctie. Zoekt iemand bv. naar ‘therapeut’ via de zoekfunctie en staat het woord ‘therapeut’ in je headline en in veel van je posts, dan zou het kunnen dat die persoon bij jou uitkomt, dus op je profiel of op een van je posts. Door functiegerelateerde keywords te gebruiken in je content – dus zowel in je posts als op je profiel – maak je de kans daarom groter dat je profiel vaker gevonden wordt.
- Om keywords te selecteren kan je kijken naar welke woorden vaak gebruikt worden in je branche, alsook door mensen met je vaardigheden en/of functietitel, toch indien die veel bereik hebben. Het algoritme beschouwt deze ‘concurrenten’ immers als toppers, en de woorden die ze gebruiken dus ook.
- Wat ook belangrijk is, is je doelgroep goed (leren) kennen. Zo weet je waar je ideale klant naar op zoek is (tips, informatie, aanbod …), wat zich vertaald naar de keywords waar ze zij naar zoeken. Kijk hiervoor terug naar je werkdocument ‘doelgroep omschrijven’.
- Daarnaast kan je SEO-tools gebruiken die gericht zijn op webverkeer, omdat het logisch is dat het zoekvolume min of meer door te trekken is naar social media. Maar dit is natuurlijk geen 1 op 1, want LinkedIn werkt iet of wat anders. Als je een gratis tool wilt gebruiken voor zoekwoordenonderzoek, dan raad ik Ubersuggest aan. Betalende tools die goed zijn, zijn Surfer SEO en Semrush. Maar er bestaan talloze tools van vergelijkbare kwaliteit.
Voorbeeld: Dit zijn keywords die ik zelf vaak gebruik in LinkedIn-posts: content, LinkedIn, social media, sociale media, socialmediacontent, personal branding, copywriting, copywriter en freelancer.
Opdracht: Noteer alvast ergens in een los document of notitieboekje een aantal keywords die aansluiten bij jouw personal brand. Kijk hiervoor terug naar de oefeningen rond doelgroep en tone of voice uit de vorige module. Later kunnen we hierop terugvallen wanneer we aan slag gaan met contentcreatie (profiel + posts).